Wat betekenen welkom, aardig, mooi, overlast en respect? (door)

Het Parool 13 juli 2019

Op het plein in de Jan Maijenstraat in de De Baarsjes staat een bord. Het plein waaraan de Jeruzalemkerk staat heeft twee lange banken, twee goaltjes, een klimrek, een glijbaan en een deel van het terras van Café Cook. Op het bord staan aandachtspunten voor hoe zich te gedragen op het plein:

x Iedereen die wil spelen is welkom
x We zijn aardig tegen elkaar
x We houden de speelpleinen mooi
x Afval gooien we in de prullenbak
x Na 22.00 uur geen geluidsoverlast
x We hebben respect voor elkaar
x Iedereen komt aan de beurt
x Geen honden en brommers
x We spreken elkaar aan op gedrag

Op het eerste gezicht communiceert dit bord een vrij eenduidige, begrijpelijke en mooie boodschap. Bij nader inzien valt er meer over het bord te zeggen.

Allereerst is taal natuurlijk een diffuus communicatiemiddel, want wat betekenen: welkom, aardig, mooi, overlast en respect? Vervolgens: wie is de doelgroep van het bord en wordt de boodschap op een voor de doelgroep geschikte manier gecommuniceerd? Zijn het geboden, regels of suggesties? Worden de aandachtspunten gehandhaafd, en wie heeft de aandachtspunten bedacht én überhaupt op een bord gezet? Is het doel van het bord om integratie (op het plein) te stimuleren of om gedrag via gemeentelijke weg te sturen?

Hoogopgeleid versus laagopgeleid

Dat iedereen welkom is, geldt voor Nederland in principe ook. Behalve als je een economische vluchteling bent, maar expats of gastarbeiders zijn (waren) wel welkom. Spelende kinderen doen dat vaak niet samen, als ze daarvoor te klein zijn, of als ze exclusief samenspelen waarbij de onderlinge band versterkt wordt, zoals bij het wij/zij-principe van bijvoorbeeld de so­cioloog Norbert Elias.

Het is menselijk, aldus Elias, om het bij ‘een’ eigen soort te zoeken en de positie dáár te bevestigen door het bestaan van een ‘andere soort’ (meisjes versus de jongens, de ene meisjes versus de andere meisjes).

Precies wat er op grotere schaal binnen ­Nederland ook gebeurt: hoogopgeleid versus laagopgeleid, liberaal versus socialistisch, tweetalig versus eentalig.

‘We zijn aardig tegen elkaar’ is een simpele. Daar kun je geen doekjes om winden. Niets ­onderbouwt de notie om niet aardig tegen ­elkaar te zijn. Al is dat in bijvoorbeeld het ­verkeer in Amsterdam wel anders. Of op televisie. Of in de Tweede Kamer. ‘Mooi’ gaat, denk ik, over vernielen, en dat dus niet doen, want ­vervuilen wordt bij het volgende punt al ­genoemd. Die staan eveneens als een paal ­boven water: geen dingen doen die een ander onnodig werk verschaft, of de natuur vervuilt.

Dat er na 22.00 uur geen geluidsoverlast mag zijn, betreft een andere doelgroep dan hiervoor, waarschijnlijk de bezoekers van het terras van het café. Dat spelen geluid geeft, is evident. Dat het overlast geeft, is onwaarschijnlijk, ook vanwege het feit dat kinderen om 22.00 uur gewoon in bed horen te liggen.

Om ‘respect voor elkaar hebben’ moet ik altijd lachen. Het is een geïnstitutionaliseerd concept met origine in de gangsterhiphop- en r&b-scene waarbij in mijn hoofd Tupac en Femke Halsema verenigd worden. Hoewel Van Dale ‘respect’ definieert als ‘eerbied, ontzag’ (met een meer calvinistische connotatie) lijkt me dat dit punt weinig verschilt van het eerdere ‘aardig doen tegen elkaar’.

Donald Trump aanspreken

‘Iedereen komt aan de beurt’ is vermoedelijk een sommering om geduldig te zijn, zoals ­geduld een schone zaak is. Mogelijk is het even­eens een oproep om iedereen mee te laten tellen, en dus niemand geen beurt te geven, oftewel buiten te sluiten, zoals Wouter Bos ooit in een inspirerende speech voorstelde te doen. Dat ís dan ook een inspirerend punt op Het Bord, dat niet misstaat passanten ter herinnering te brengen.

Geen ‘honden en brommers’ sluit hier de ­Amsterdamse fiets buiten, die menig doorgang of speelplek blokkeert. Zodanig dat de gemeente een hardnekkig beleid is gaan voeren (geholpen door vele initiatiefrijke bewoners van beganegrondwoningen) om fietsen enorm gestructureerd te laten wegzetten. Geen plek op aarde heeft zoveel fietsen voor zoveel mensen, maar laten we die vooral het straat- en uitzicht niet laten verpesten.

Het punt dat mij het meest intrigeert is het laatste punt: ‘We spreken elkaar aan op gedrag’. Met een zoon van bijna twee ben ik tegenwoordig fervent speelplekbezoeker. Wat me bij uitstek bij al deze bezoekjes is opgevallen, is hoe wij ouders onze kleine kinderen vormen, beteugelen, aansturen.

Onze kinderen, die we vaak bewonderen om hun vrijheid, ongegeneerdheid, onbekommerdheid, moeten van ons – via de weg van verbale communicatie – gepast gedrag aangeleerd (opgelegd?) krijgen. Kinderen moeten samen spelen, vragen of zij met andermans spullen mogen spelen, geen spullen afpakken, niet slaan of schoppen, zittend eten en drinken, samen delen, et cetera.

Toen een vader eens een kind aansprak omdat het zíjn kind had geslagen, ontstak de moeder van het slaande kind in woede, omdat het háár taak was om haar kind op te voeden. Maar ook: als we dit laatste punt naar wereldniveau zouden trekken, zou een substantieel deel van ­Nederland Donald Trump aan (moeten) spreken op zijn gedrag.

Een hilarische gedachte, maar een praktisch gezien onmogelijke. Ook als het gaat over ­microniveau. Mensen zijn zo ontzettend verschillend in zo veel opzichten, dat elkaar daarop aanspreken geen enkel nut heeft. Sterker nog, het geeft problemen, conflicten, en speelt onbegrip en onzekerheid in de hand. Misschien kunnen we die dan van Het Bord schrappen?

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s