De Jeruzalemkerk: 90 jaar pracht en praal (door)

Ongepubliceerd

De Jeruzalemkerk: 90 jaar pracht en praal

 

Het was in 1929 het kloppend hart van de Jan Maijenbuurt, en is vandaag de dag nog steeds een levendige gemeente. De Protestantse Jeruzalemkerk vierde dit jaar het negentig-jarige bestaan en is een pareltje van de Amsterdamse School. Het is een unicum dat hier zowel buiten- als binnenkant in oorspronkelijke staat is gebleven. Het Gesamtkunstwerk is bovendien door een en dezelfde persoon bedacht, ontworpen en (toeziend) uitgevoerd: Ferdinand B. Jantzen (1895-1987).

 

“De stijl van Jantzen is het best beschreven als onwillekeurig. Alles is van betekenis. Van de centrische ligging binnen de Jan Maijenbuurt tot aan de kleur van de bakstenen”, vertelt Marjanne Blonk die er regelmatig rondleidingen verzorgd. Momenteel is Blonk (62) werkzaam als gids en gastvrouw voor Bezoekerscentrum De Dageraad. Als afgestudeerd historica, en actief gemeentelid, is de functie van gids in de Jeruzalemkerk haar dus wel op het lijf geschreven. Jaren geleden toen ze met het gidsen begon bracht Blonk máánden in het Stadsarchief door om tot de kern van de kerk te komen. Tegenwoordig is ze een enthousiast wandelende bron van specifieke informatie.

 

“Jantzen ontwierp niet alleen het gebouw, maar ook het liturgisch centrum, de glas in lood ramen, de stoelen, de banken, de lampen. Dat alles bewaard is gebleven is de kaak op tafel. Het stratenplan waartoe de Jeruzalemkerk behoort is eveneens werkelijk geweldig. Door de kerk aan de huizen vast te maken, en haar op de kop van de achterliggende straten te plaatsen is het één solide geheel geworden. Niet in de laatste plaats mooi om te zien, maar daar was dan ook een heuse Schoonheidscommissie mee gemoeid. Al deze aspecten maken dat de Jeruzalemkerk in 2019 nog steeds gevonden wordt door hen die ‘op zoek zijn’. Naar God of cultureel erfgoed.”

 

De Jeruzalemkerk is voor voorbijgangers een heuse eye catcher. Dramatisch imposant, onmiskenbaar vierkant en uitstekend belicht (zowel door de zon als door de meer recent geïnstalleerde spotlights). Het spelen met de baksteen is karakteristiek voor de Amsterdamse School; Jantzen koos voor een paarse baksteen aan de onderkant, en een oranje variant daarboven. De architect gaf aan deze kleuren zijn eigen betekenis: paars de trouw, en oranje de glorie van God. Ook binnen komen deze kleuren terug, in de vele glas in lood ramen, maar ook in het rossige mahoniehout dat erg de toon voert in de kerk. De plek van de verkondiging, de kansel, biedt een subliem zicht (voor hen die er plaats mogen nemen, het is een apart gevoel) en heeft zelfs een belletje waarmee met de organist gecommuniceerd kan (kon) worden. “De kansel ligt in het noorden, zodat het woord van God dat er vandaan gesproken wordt licht schijnt op de aanwezigen. De doopvont maakt onderdeel uit van de kansel, omdat het woord en de doop bij elkaar horen. Vanaf het liturgisch centrum volgt een trap van drie treden: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.”

 

“Jantzen was onder zijn collega’s van de Amsterdamse School in de minderheid gezien zijn gelovige overtuiging. Dat hij zich tot kerkbouwer zou ontwikkelen was dan ook niet helemaal onverwachts. Zijn mede-architecten waren veelal socialistisch georiënteerd, maar deelden Jantzen’s verlangen om een bouwsel een plek te maken waar men thuis kon zijn. De kerk is het huis van God, en God woont onder de mensen.” Zelf werd Blonk 62 jaar geleden gedoopt in de Jeruzalemkerk, en beleefde wel een gelovige opvoeding, maar nam ook een tijdlang afstand van het kerkbezoek. Bij haar ouders kwam op een dag dominee Van der Sluis op bezoek, en vol verwondering observeerde Blonk dat deze man ‘normaal’ was, een bloemetje mee bracht en ‘gewoon’ een praatje maken. De toentertijd 20-jarige besloot bij de man in kwestie catechisatie te volgen en ook dat viel haar mee. Het negatieve beeld van de kerk als Instituut viel aan diggelen toen Blonk andere gemeenteleden leerde kennen, en ze was dankbaar voor het gegeven dat haar mening gewaardeerd werd. In de tijd zeker niet gewoon voor een vrouw. Nog steeds voelt Blonk zich aangetrokken tot het geloof: “In de kerk wordt verteld dat je een geliefd kind van God bent, en dat brengt mij veel rust. Het leven is geen glad zeetje, maar wel weten waar je anker is, dat is goed”.

 

In het atelier van Eduard Cuypers (een neef van Pierre Cuypers) ontstond de Amsterdamse School. De leden ervan, toen nog ambachtsmannen en/of kunstenaars (‘architecten’ waren er nog niet), werden aangemoedigd over de hele wereld inspiratie op te doen. Jantzen vond zijn inspiratie in Amerikaanse Frank Lloyd Wright, bekend van o.a. de villa Fallingwater en de Unity Temple. Ondertussen groeide Amsterdam flink. De huisvesting bleek onvoorradig en de kerken te klein. Het was dan ook de Petruskerk op Sloterdijk (waarvan Jantzen lid was) die opdracht gaf voor de bouw van de Jeruzalemkerk en eveneens de financiering mogelijk maakte. De Jeruzalemkerk werd zo onderdeel van Plan West, de stadsuitbreiding van 6000 woningen na de Tweede Wereldoorlog.

 

“Rondom de opening van de kerk werd er zoveel mogelijk bij buren aangebeld met de vraag: ‘Bent u misschien ook Protestants?’ want zo ging dat in die tijd”, licht Blonk toe. De functie als kerk middenin de buurt en onder de mensen is ook vandaag nog een belangrijke. De kerk verwelkomt o.a. concerten van Klassiek in West, koffie-ochtenden en middagen van buurtcentrum de Tagerijn en diploma-uitreikingen van de Hogere Hotelschool. Op mooie momenten opent de kerk haar deuren voor “heel veel ongelovige buren” met de Kerstmis Kaarsjes in de Baarsjes, en op droevige momenten, zoals na de moord op juwelier Fred Hund in de Jan Evertsenstraat.

 

“Veel bezoekers vinden de kerk modern ogen, waarschijnlijk vanwege haar tijdloze design. Maar ook de kerk gaat met haar tijd mee. Er is een ventilator om het orgel op warme dagen enigszins koelte toe te waaien, er zijn twee beamers geïnstalleerd en her en der openingen gemaakt om op de nodige plekken elektriciteit te hebben. Een van de balkons werd verbouwd tot ontmoetingsplaats voor mensen uit de buurt: Van Boven. Hoewel ik deze veranderingen soms jammer vind, begrijp ik dat de kerk met haar tijd mee moet. Tijdens mijn rondleidingen licht ik ook altijd het deksel van de doopvont met een groots gebaar. Daar liggen vervolgens allerlei technische benodigdheden, want de kerk moet ook gewoon gestofzuigd worden.”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s