Het Parool 18 september 2020
Bij een gift van 50.000 fruitbomen of de komst van 100 kippen moet er flink geïmproviseerd worden. Dat doen Kasper Hoex en Anne Bruins met De Groente Amsterdammer, die de opbrengst van het land in biologische groentepakketten stopt.
Het is een turbulente dag geweest voor de ondernemers van De Groente Amsterdammer bij Landgoed Rorik in Beverwijk, maar dat blijkt eerder regel dan uitzondering. Vanochtend was er het eerste bezoek door Skal Biocontrole, een onafhankelijke toezichthouder op biologische producten, aan de boerderij die hoopt als biologisch te worden gecertificeerd. Later kwam er een telefoontje dat er binnen een week een gift van 50.000 appel- en perenbomen arriveert, geleverd met tien vrachtwagens. En Kasper Hoex (30) moest nog even de jager bellen, want er ontbreken twintig van de honderd kippen en de sporen van veren in het bos duiden op een vos.
Het is De Werkwijze voor Hoex (Arnhem) en Anne Bruins (25, Haarlem), die met aandacht voor mens en natuur de opbrengst van het land in groentepakketten leveren aan huishoudens in voornamelijk de regio Amsterdam: ‘dingen’ dienen zich aan, en dan wordt er gezocht naar wat te doen. “Het is continu problemen oplossen.”
Wie per fiets naar De Groente Amsterdammer gaat, komt via de industrieachtige regionen van de Beverwijkse Bazaar in natuurstruingebied Aagtenpark – waar de schapen grazen en de aalscholvers zich laten opdrogen in de zon – om vervolgens bij Landgoed Rorik te arriveren. In een stevig windje cirkelen enkele valkjes boven een pas aangelegde ringdijk. Daarbinnen staan wat kleine bouwsels, kale fruitbomen en een eenzame trailer.
Vooralsnog zijn tuinbouw, strokenteelt en het houden van wat vee de voornaamste bezigheden van De Groente Amsterdammer. Hoex zit in het minuscule stukje schaduw van een container, partner Bruins arriveert per leenauto en pakt uit de container wat broodbeleg en bier op containertemperatuur – er is nog geen stroom, en ook nog geen stromend water.
Nooit meer honger
De kiem voor het project werd gelegd met een achtjarige Hoex die op een stuk land groenten verbouwde en verkocht. Dat beeld doemde na een studie ecologie en het oprichten van een eigen campagnebureau op, samen met het verlangen praktisch bezig te zijn. Aan De Warmonderhof, een opleidingscollectief voor biologische landbouw op mbo-niveau, leerde Hoex het vak.
Voor Bruins was het een combinatie van het behalen van een bachelor geschiedenis en het uitbreken van de coronacrisis, waardoor ze de onderneming werd ingezogen. Op een kinderkamp leerden de twee elkaar kennen, en hoewel het aanvankelijk Hoex’ droom was boer te worden, heeft Bruins ook een plekje in die droom gekregen.
Het was even zoeken naar een geschikte plek. Dankzij een prijsvraag vond De Groente Amsterdammer in 2018 een thuis in recreatiegebied De Buitenlanden. Samen met ondernemers Atse Hamers en Wouter Valkenier had Hoex het idee voor Landgoed Rorik ingediend: een zelfvoorzienend restaurant, een kleinschalige camping, biologische landbouw, een pluktuin, een wijngaard en een vogelweide. In mei dit jaar tekenden de drie ondernemers het erfpachtcontract, maar Hamers en Valkenier moeten wachten op vergunningen voor ook zij aan de toekomst kunnen bouwen.
Hoex en Bruins zijn idealistisch, want het is niet zomaar een aangelegenheid van zaaien, wachten en oogsten. Hun visie: samen kunnen we het voedselsysteem veranderen. Bruins: “Na de Tweede Wereldoorlog is ons voedselsysteem radicaal veranderd. Het motto was: nooit meer honger. Er is toen veel geïnvesteerd in opschalen, waardoor boeren afhankelijk zijn geworden van de overheid, van leveranciers, van kunstmest, van export.”
Dat maakt de logistiek complex, op nationaal en internationaal niveau. Tijdens de coronacrisis ontstond het ‘frietprobleem’: wegens de gesloten horeca konden grote hoeveelheden aardappels van Nederlandse bodem niet worden afgezet. Eén miljard kilo aardappels vond zo de weg naar veevoer en naar de prullenbak. De aardappels die wel bij de consument terechtkwamen, werden geïmporteerd uit Egypte, want die waren goedkoper.
Tussenhandel skippen
Naast winstmaximalisatie en de lange ketens is het uitputten van de bodem niet conform de biologisch-dynamische leer van Hoex en Bruins. Hoex: “Nu betaalt de consument in de supermarkt een euro voor zijn uien, terwijl de boer maar tien cent vangt. De supermarkt en de tussenhandel pakken 90 cent, een groot deel gaat op aan marketing. Die 90 cent kan de boer niet investeren in het land. Daarom is het landschap zo verschraald.”
Het kan anders, aldus Hoex. “Als boeren hun afhankelijkheid verleggen naar de consument, ontstaat een korte keten.” Er zijn boerenmodellen als CSA (Community Supported Agriculture) en Herenboeren die dat realiseren. Samen met de consument vormt de boer een voedselsysteem, waarbij beiden het risico dragen.
Hoex: “Het is aantrekkelijk voor de consument, omdat je de tussenhandel skipt die ervoor zorgt dat er altijd keuze en aanbod is. Als je het niet erg vindt dat er soms geen sperziebonen zijn, of de tomaten pas over twee weken, ben je spekkoper. Dan kun je kopen van het land, van de boer, en betaal je een prijs die in principe lager is dan in de supermarkt.” Bruins: “Voor biologisch lokaal voedsel.”
Hoe dat in de praktijk gaat, samen een biologische boerderij opstarten? De samenwerking krijgt steeds meer vorm, waarbij de een leert de controle los te laten en de ander leert initiatief te nemen en verantwoordelijkheid te dragen. Meedeinen met hoe ‘dingen’ zich aandienen, zoals de komst van 50.000 fruitbomen. Bruins: “We wilden dit najaar nog duizend bomen erbij. Tegen 50.000 gratis fruitbomen konden we geen ‘nee’ zeggen.”
Zo ging het ook met de kippen. Bij buurman-boer Jan konden ze kippen meebestellen – “Doe er maar 100,” hadden ze gezegd. Zonder een idee van het soort en de hoeveelheid voedsel dat kippen consumeren. Of dat de vleugels gekortwiekt moeten worden wegens ontsnappingsgevaar. Gelukkig bood YouTube uitkomst: ook ‘boeren’ kun je online leren. De kippenhokken werden in drie nachten gebouwd, maar bleken vanochtend tijdens het bezoek van Skal Biocontrole te klein.
Meebewegen met alle variabelen dus. Overal ja op zeggen. Hoex: “Mijn vader zegt altijd: ‘Waar je stappen zet, wordt het grond.’” Gelukkig is er veel hulp – ook daar komen sociale media van pas. Hoex: “Je moet je probleem communiceren. Dat hadden we met 3000 pompoenplanten. Eén berichtje: ‘help’, en er komen vier mensen. We hadden ze in één dag in de grond.”
Bruins: “Het sluit aan bij veel idealen en verschillende generaties: studenten willen iets fysieks doen, ouders willen hun kinderen laten zien waar het voedsel vandaan komt en mensen die met pensioen zijn, willen iets bijdragen om de wereld mooier te maken.”
Spaarpot
Het stel heeft al negen weken groentepakketten geleverd: 84 stuks à 8 euro per persoon. Ze worden verspreid via vier pick-uppoints in Amsterdam, maar dat moeten er meer worden. De ambitie is uit te breiden naar driehonderd pakketten, maar bovenal om als kleinschalige biologische boerderij rendabel te zijn. Nu is de spaarpot van Hoex nog gevuld en er zijn subsidies aangevraagd.
Hoex en Bruins zijn optimistisch over de toekomst. Door inzet van techniek (een vrieskist, een koelcel en een verwerkingskeuken) komen er mogelijkheden bij om jaarrond mooie producten te kunnen leveren. Hoex: “Voor het conserveren van een product bestaan 101 technieken. Er is steeds meer vraag naar oude tradities. Je ziet het met de waardering van zure dingen, en fermenteren is superhip.”
Tot de modernisering Landgoed Rorik heeft bereikt, bivakkeert het stel in de trailer waarvan alleen de slaapkamer bruikbaar is. Hoex: “Als je een villa in het Gooi hebt, verlies je al dit moois. Dan moet je ’s avonds National Geographic kijken om een beeld te krijgen van hoe de natuur werkt. Wij zitten er middenin.”